daarbij gaat men bij een hogere instantie te rade?
Macht wordt uitgeoefend op basis van een bepaalde sociale kracht. Deze kracht kan reëel zijn (zoals de dreiging van fysieke schade) of illusoir (zoals de gehoorzaamheid van de gelovige aan de weg van de Guru). Macht wordt bepaald door het mogelijke gebruik van straf: een proces dat de persoon treft die niet gehoorzaamt of de macht bedreigt, om het bestaan van sociale macht te verzekeren.
Gezag kan rechtstreeks worden toegepast op basis van het bestaan van daadwerkelijk geweld (zoals de dreiging van gevangenisstraf), ook de zogenaamde “dwang”, en kan voortkomen uit de legitimiteit die door gezagsdragers wordt verleend aan hun eigenaars (zoals: erkenning van de referenties van de edelen). We zien vaak dat deze twee soorten referenties elkaar overlappen.
hee daarbij gaat men bij een hogere instantie te rade?
Er zijn slechts enkele referenties die afhankelijk zijn van fysiek geweld, terwijl veel referenties worden toegepast dankzij de aanwezigheid van een organisatiesysteem gebaseerd op bevoegdheden. Het vermogen om een autoriteit toe te passen is dus gekoppeld aan het bestaan ervan.
Voorbeeld: De macht van de heerser van een land komt voort uit het feit dat een politieagent personen zal straffen die zijn gezag niet gehoorzamen. De politie gehoorzaamt de heerser en zijn wetten omdat zij zelf onderworpen zijn aan de dreiging van de politie. Als alle mannen van de staat zouden besluiten om in opstand te komen tegen het gezag van de heerser, dan zouden het gezag en de macht hem worden ontnomen, maar alleen al door het bestaan van de macht kan deze gedeeltelijk volledig worden.